Dharma-onderwijs
Terug naar lezingen en artikelen
Twee bewegingen
Alles is continu in beweging en in het boeddhisme wordt dat gezien als een van de karakteristieken van de werkelijkheid. Dagelijks worden we geconfronteerd met veranderlijkheid, en dat wordt niet altijd als prettig ervaren. Als mens willen we toch graag houvast, duidelijkheid. Een manier om daarmee om te gaan is om bij jezelf te blijven zodat je jezelf niet verliest in alle sprongen die het leven maakt. Ik bedoel daarbij overigens niet het jezelf afschermen en verschansen. Ik zie bij jezelf blijven als een ontspanning.
Eigenlijk omvat het twee bewegingen. De eerste beweging is het zien en kennen van wat er daadwerkelijk speelt. Dat is nodig om te kunnen omgaan met de fluctuaties van het bestaan. Het is ook het aspect van verantwoordelijkheid. Je wijst niets af, ook niet de zaken waar je spijt van hebt of die je liever had willen vermijden.
Als dit echter de enige beweging zou zijn dan zou je alle ballast van je leven steeds verzamelen en bij je blijven dragen. Daarom is er nog een tweede beweging, namelijk die van openheid en vrijheid. Alles wat zich aandient is ook weer vrij om te gaan. Wat zich aandient houd je niet langer bij je dan natuurlijk is.
Deze twee bewegingen vind je ook terug in de meditatie-instructie waar we spreken we over niets afhouden maar ook niets vasthouden. Elke gedachte die verschijnt is welkom maar ook weer vrij om te gaan, om op te lossen in de volgende gedachte of in de stilte die daarop volgt.
Het is een beetje zoals ademen. Sommige mensen schijnen de inademing natuurlijker te vinden en sommige mensen de uitademing. Maar ze horen bij elkaar, samen vormen ze de ademhaling. En net zo hoort het welkom heten en weer laten gaan van alles wat zich voordoet ook bij elkaar. Samen vormen ze het proces van aandacht.
Veranderlijkheid is als een continue ademtocht. Gedachten komen en gaan. Spanningen, verlangens, spijt, vrolijkheid, ze komen allemaal voorbij. Wij zijn deze verandering en toch blijven we zitten. En zo bestuderen we deze levensadem. Zenmeester Dōgen heeft dat in de Genjōkōan in twee zinnen op een weergaloze wijze beschreven:
Het boeddhisme bestuderen is jezelf bestuderen.
Jezelf bestuderen is jezelf vergeten.
Om vervolgens te concluderen met:
Jezelf vergeten is ontwaken door alles wat zich voordoet.
Ontwaken door alles wat zich voordoet is de bevrijding
van je eigen lichaam en geest en die van anderen.
Geen spoor van ontwaken blijft over en dit spoorloze
ontwaken in eindeloos.
Veranderlijkheid is als een continue ademtocht. Gedachten komen en gaan. Spanningen, verlangens, spijt, vrolijkheid, ze komen allemaal voorbij.